cabaret
cabaret
The word ‘cabaret’ means something very different in Dutch, compared to English. Even though it has the same historical source, in the course of the 20th century Dutch cabaret has developed into a typically Dutch genre that doesn’t look like the English homonym at all.
The most common kind of cabaret is one person staging a monologue in front of an audience with the emphasis on humor. So if it has to be compared to anything, its stand-up comedy, not the English floorshows.
But cabaret is not the same as stand-up either. With stand-up the theatrical means are minimalized and often it is only a person and a microphone. Also the tempo is higher, the jokes are shorter and the goal is to provide the audience with a steady stream of laughs.
Cabaret is much more theatrical. It is almost only played in theatres, and an extensive décor is quite normal. In cabaret the main goal is still to get the people laughing, but the tempo is lower. A ‘cabaretier’ can take his time to tell a story, or end the show with a more serious tone of voice.
Apart from that, there are a lot of very different kinds of cabaret, not all of them use the standard formula of one man speaking to the audience. Most cabaretiers combine these subgenres. A few examples are: engagement and satire, kleinkunst/chansons (a lot of times the shows have music and songs in them), characters (short dramatic scenes are played; mostly done by more than one person), stand-up comedy.
Author/translator: Anna Dijk
cabaret
cabaret
Cabaret betekent in het Engels iets wezenlijk anders dan in het Nederlands. Hoewel het wel dezelfde historische bron heeft, heeft het Nederlandse cabaret zich in de loop van de 20e eeuw ontwikkeld tot een typisch Nederlands genre dat absoluut niet lijkt op het cabaret waar de Engelse term naar verwijst.
De meest voorkomende vorm van cabaret is een persoon die een monoloog opvoert voor een publiek waarbij de nadruk ligt op humor. Als het dus ergens mee vergeleken moet worden dan is het dus niet het ‘Engelse’ cabaret (de floorshows in nachtclubs en restaurants), maar eerder met stand-up comedy. Ook bij stand-up gaat het meestal om één persoon die een humoristische monoloog opvoert.
Cabaret is echter niet hetzelfde als stand-up. Bij stand-up zijn de theatrale elementen geminimaliseerd en vaak is het alleen een persoon en een microfoon. Ook ligt het tempo aanzienlijk hoger, de grappen zijn vaak kort en het doel is het publiek zo vaak mogelijk aan het lachen te maken.
Cabaret is theatraler. Het wordt vrijwel uitsluitend opgevoerd in theaters, en een groot en uitgebreid decor is niet ongewoon. Hoewel het nog steeds belangrijk/noodzakelijk om het publiek aan het lachen te krijgen, kunnen cabaretiers vaak meer de tijd nemen om een langer verhaal te vertellen met een clou of om te eindigen met een serieuze noot.
Daarnaast zijn er veel verschillende soorten van cabaret. Veel cabaretiers combineren verschillende vormen, of doen variaties op veel voorkomende subgenres. Een paar voorbeelden zijn: engagement en satire, kleinkunst/chansons, typetjes (vaak twee of meer personen die korte dramatische scènes spelen), stand-up comedy.
Author/translator: Anna Dijk