PSi Lexicon

participatie

A B C D E F G H I L M N P R S T V W Z Α Β Γ Δ Ή Θ Ι Κ Ν Ό Ρ Σ Τ Φ Ψ Ω
participatie
participation

participatie [pɑrtisipa(t)si] (noun); participation

Participatie is delen.

In een performance wil dit ten eerst zeggen, het delen van ruimte. Dit kan fysiek en mentaal zijn. Dat geldt voor zowel de toeschouwer als de performer. Zodra de toeschouwer de performanceruimte betreedt, wordt deze ruimte gedeeld door de performer met de toeschouwer. Dit kan een theater zijn, maar bijvoorbeeld ook een museum of een andere locatie. Vanaf dat moment participeert iemand fysiek.
Wil een toeschouwer volledig participeren, dan moet hij zich ook mentaal openstellen voor dat wat door de performer wordt gedeeld in de ruimte. Dus participatie is niet alleen fysiek een bepaalde ruimte delen, maar ook het delen van ideeën, emoties of bepaalde beelden (zoals bij dans).

Participatie is vanuit het perspectief van de performer gezien ook uitnodigen: het uitnodigen van de toeschouwer in zijn of haar ruimte en wat hij of zij te vertellen heeft of wil laten zien. Participatie is vanuit dit oogpunt voor de toeschouwer dan ook het beantwoorden van deze uitnodiging van de performer. Dit kan zowel fysiek als mentaal passief of actief zijn.

Zodra de performance is afgelopen, hebben zowel de toeschouwer als de performer actief ruimte en tijd gedeeld. Afhankelijk van wat voor soort performance er heeft plaatsgevonden heeft men beweging, gedachten en verbeelding passief of actief gedeeld. Bij een performance waarbij gebroken wordt met de vierde wand bijvoorbeeld, kan een actievere houding worden gevraagd van de toeschouwer, dan bij een performance dat de vierde wand in stand houdt en bijgevolg om een minder actieve houding van de toeschouwer zal vragen.

Participatie is natuurlijk ook het deelnemen aan iets. De mate waarin deze deelname plaatsvindt is door de jaren heen veranderd en heeft altijd te maken met conventies. In het Nederlandse theater waren deze conventies vrij strikt tot de jaren 60. Er was voornamelijk sprake van fysieke participatie, dus een ruimte (een theater) die gedeeld werd. Dit leverde een afstand op, waardoor er minder sprake was van het delen van ideeën en emoties en de toeschouwer te prikkelen om een actievere houding aan te nemen richting deze vertoonde ideeën en emoties.

Uiteindelijk participeren we door het delen van ruimte en tijd, en ideeën en emoties.

Auteur en vertaler: Jantien Kurpershoek

 

participation
participatie

To participate is to share.

In a performance, this involves the sharing of space, physically and mentally, by both the audience and the performer. Physical participation takes place as soon as the spectator enters any sort of performing space. This can be, for instance, the theatre, but also a museum or another location. The performer shares this space with the spectator. From that moment, one is physically participating.

But this is one part of participation. To fully participate, the spectator must also mentally open up to whats being shared by the performer. So participation is not only physically sharing a certain space, but also sharing ideas, emotions or certain images (like in dance).

To achieve this, participation from the performers perspective is also an invitation for the spectator to share his or her space, and to receive what he or she has to perform. Participation for the spectator is also, in this sense, accepting this invitation.

When a performance has drawn to a close, both spectator and performer have actively shared space and time. It depends on the sort of performance if one has shared movement, thought, and imagination either passively or actively. For instance, a performance that breaks with the fourth wall could ask for the spectator to actively participate., while keeping up this fourth wall will ask for the spectator to participate more passively.

Of course, participating is also taking part in something. The extent of taking part in a performance has changed throughout the years and always deals with conventions. In the Netherlands those conventions were very strict until the 1960s.  Participation mainly took place physically through the sharing of space. However, not so much mentally, so there was less sharing of ideas or emotions, nor were spectators invited to have an open and active engagement with these ideas and emotions.

Eventually we participate by sharing space, time, ideas, and emotions.

Author and translator: Jantien Kurpershoek

Related Entries