essay
essay
Ik heb mij altijd gefascineerd voor de epistemologische beperkingen van de kennis die ik, als jonge onderzoeker in de literatuur- en cultuurwetenschappen, voortbreng in een ambitieuze poging ’s werelds grootse mysteries te doorgronden. Waarom zijn we geboren? Wat moeten we doen met de tijd die ons gegeven is? Welke rol speelt kunst hierin?
Het spreekt voor zich dat mijn praktijk als geesteswetenschapper tegen de achtergrond van deze grote existentiële vragen tamelijk vruchteloos lijkt. Kennisformaties zijn inherent verbonden aan de grenzen van taal, zeker waar dat de humaniora betreft. Zoals inzichtelijk uiteengezet door Friedrich Nietzsche, verhoudt taal zich in een afstandelijke of ‘metaforische’ eerder dan een nauwe of ongemedieerde relatie met de wereld. De gedachte dat taal ons nooit toegang kan verschaffen tot het ding-op-zichzelf, zou ons echter niet moeten weerhouden die taal op een kritische en medium-reflectieve manier te bezien.
Lang voordat performatief schrijven de grenzen opzocht tussen het kunstwerk en diens kritische discours, zag de vroegmoderne filosoof Michel de Montaigne (1533-1592) de wereld al als een ‘performance’. Les Essais, de titel van zijn magnum opus uit 1580, vat het onderzoekende karakter van die onderneming op treffende wijze. Montaigne’s ‘essays’, etymologisch afgeleid van het Franse essayer, wat ‘trachten’ of ‘uitproberen’ betekent, voeren het proces van betekenisgeving in taal ten tonele. Zij vragen aandacht voor de intrinsieke polyfonie van ons denken – d.w.z. diens weifelachtige, instabiele en soms tegenstrijdige natuur – met het doel om de constructie van kennis nader onder de loep te nemen.
Wat willen we weten en hoe kunnen we dat weten? Montaigne en zijn volgelingen (denk aan Roland Barthes of Jacques Derrida in de twintigste eeuw) demonstreerden naar mijn idee zowel de kracht als de zwakte van taal. Het medium van het essay biedt zijn gebruiker uitgerekend dat: een platform voor de exploratie van de mogelijkheden die taal biedt om de wereld en zijn mysteries in woorden te vatten.
Montaigne, Michel de. The Complete Essays [Les Essais]. Vert. M.A. Screech. London
Nietzsche, Friedrich. ‘On Truth and Lie in an Extra-Moral Sense’ [‘Über Wahrheit und
Lüge im auβermoralischen Sinn’]. The Continental Aesthetics Reader. Vert. D. Breazeale. London: Routledge, 2000. 53-62.
Auteur en vertaler: Bram van Leuveren
essay
essay
I have always been intrigued by the epistemological limitations of the knowledge that I, as a young scholar trained in literary and cultural studies, produce in an ambitious attempt to elucidate some of the world’s greatest mysteries. For what purpose have we been born? What are we supposed to do with the time that has been given to us? What is the role of art in this?
It goes without saying that my scholarly practice seems rather futile in light of these grand existential questions. Knowledge formations, especially in the humanities, are inherently tied to the boundaries of language. As has been perceptively pointed out by Friedrich Nietzsche, language maintains a distanced or ‘metaphorical,’ rather than a close or non-mediated, relationship with the world. But just because language will never provide us full access to the thing-in-itself, this does not mean that we cannot employ it in a critical and medium-reflective way.
Long before the cultural branch of performative writing sought to blur the lines between artwork and its critical discourse, the early modern philosopher Michel de Montaigne (1533-1592) perceived his world as a ‘performance.’ Les Essais, the title of his 1580 magnum opus, aptly captivates the explorative nature of this undertaking. Derived from the French essayer, meaning ‘to test’ or ‘to try,’ Montaigne’s essays ‘perform’ the very act of meaning-making in language. They put on display the essential polyphony of thought—i.e. its tentative, unstable, and sometimes contradictory nature—in order to scrutinize the constructed character of knowledge.
What do we want to know and how can we know it? For me, Montaigne and his followers (we may think of Roland Barthes or Jacques Derrida in the twentieth century) demonstrated the power as well as the weakness of verbal currency. The medium of the essay offers its user exactly that: a platform for exploring the capacity of language to capture the world and its mysteries in words.
Montaigne, Michel de. The Complete Essays [Les Essais]. Transl. M.A. Screech.
London (etc.): Penguin Group, 2003.
Nietzsche, Friedrich. ‘On Truth and Lie in an Extra-Moral Sense’ [‘Über Wahrheit und
Lüge im auβermoralischen Sinn’]. The Continental Aesthetics Reader. Transl. D. Breazeale. London: Routledge, 2000. 53-62.
Author and translator: Bram van Leuveren